Het kiezen van goed en goed passend incontinentiemateriaal kan lastig zijn en is in deels afhankelijk van de mate en vorm van incontinentie, van druppels en scheutjes tot de gehele blaasinhoud of verlies van urine en ontlasting. De mobiliteit van jouw cliënt bepaalt echter ook in grote mate welk product voor hem of haar geschikt is. Is jouw cliënt in staat om zichzelf te verschonen of heeft hij of zij hulp nodig? Is hij of zij mobiel of bedlegerig. Dat maakt veel uit bij het kiezen van een geschikt incontinentieproduct. Kennis van de mobiliteitsklassen helpt je bij het maken van de juiste keuze.
Bij het kiezen van het juiste incontinentiemateriaal is de mobiliteit van je cliënt mede bepalend. Naarmate je cliënt minder kan, is er immers meer begeleiding nodig en neemt de kans op fysieke overbelasting van de zorgverlener toe. Daarom is er een indeling in mobiliteitsklassen ontwikkeld. In deze mobiliteitsklassen worden cliënten in vijf mobiliteitsklassen ingedeeld op basis van de functionele mobiliteit van de cliënt. Er wordt niet gekeken naar het ziektebeeld, maar de fysieke mogelijkheden en beperkingen die je cliënt heeft. Is je cliënt bijvoorbeeld nog in staat om te staan en deels zelfredzaam, dan kun je kiezen voor een inlegverband of absorberend broekje. Is je cliënt bedlegerig, dan kies je al snel voor een product dat het hele lichaam omsluit zoals een slip met plakkers of een inlegverband met heupbandsluiting.
Op basis van fysieke belasting voor de zorgverlener en de fysieke mogelijkheden van de cliënt, worden cliënten ingedeeld in vijf mobiliteitsklassen (A t/m E).
Kom je er niet helemaal uit met de keuze van een product, heb je vragen of wil je meer informatie? Neem dan contact met ons op.