Ga dan eerst in gesprek met de behandelend arts. Meestal is dit de huisarts.
De cliënt kan zelfstandig contact opnemen met de huisarts, maar je kunt als zorgverlener ook de huisarts op de hoogte brengen.
Het helpt de huisarts als deze weet wanneer, hoeveel en hoe vaak de cliënt ongeveer plast en urine verliest. Daarom is het zinvol om vóór het contacteren van de huisarts een tijdje een ‘plasdagboek’ bij te houden. Tenminste 3 dagen, maar liever nog iets langer. Als het dagboek 1 tot 2 weken consequent wordt bijgehouden, krijgt de huisarts zeker een representatief beeld. Er zijn veel verschillende soorten plasdagboeken online te vinden. Kijk naar eentje die voor de cliënt makkelijk in te vullen is.
Veel mensen vertellen ons overigens dat het lastig is om precies aan te geven om hoeveel urineverlies het precies gaat. Dat is heel begrijpelijk. Probeer het daarom te beschrijven in druppels, scheutjes of de hele blaasinhoud. Is het eerder een theelepeltje of een kopje?
De huisarts kan verschillende dingen adviseren. Denk bijvoorbeeld aan:
Denkt de huisarts dat incontinentiemateriaal uitkomst kan bieden? Dan verwijst hij of zij door naar een gespecialiseerd zorgverlener, zodat deze producten via de zorgverzekering vergoed kunnen worden. Zie hiervoor stap 2: voorschrift verkrijgen.
Kom je er niet helemaal uit met de keuze van een product, heb je vragen of wil je meer informatie? Neem dan contact met ons op.